Vooruitblik naar de uitvoering
Integrale samenhang maatregelpakketten (de 3 E’s)
In de vorige hoofdstukken zijn de risicothema’s van de gemeente Oude IJsselstreek benoemd. Het aanpakken van deze risicothema’s is het meest effectief om de verkeersveiligheid te verbeteren. Bij voorkeur, en in lijn met de aanbeveling vanuit het SPV, via een integrale aanpak op de drie E’s: Engineering (infrastructuur en technische ontwikkelingen), Education (educatie, voorlichting en campagnes), en Enforcement (handhaving). Voordat maatregelen worden gedefinieerd, is het zinvol om doelstellingen te formuleren voor de aanpak van de risicothema’s, voor de 3 E’s, en zo veel mogelijk in onderlinge samenhang.
Doelstellingen om tot een verlaging van risico’s per thema te komen, kunnen op meerdere niveaus worden gedefinieerd. Strategisch, bijvoorbeeld in termen van beoogde reductiepercentages slachtoffers per thema (doelgroep, wegtype, vervoerswijze). Tactisch, bijvoorbeeld via het maken van een wegcategoriseringsplan, het categorie-gewijs verbeteren van de weginrichting, de kwaliteit en bereik van educatie, en afstemming van handhavingsplannen. En operationeel, in termen van keuze van specifieke infrastructurele en educatie maatregelen en handhavingsinzet.
De invulling van deze doelstellingen en de bijhorende ambities dienen in overleg met de betreffende wegbeheerder plaats te vinden. Voor het benoemen van ambities zijn inhoudelijke argumenten (de resultaten van risicoanalyses) een goed vertrekpunt. Vandaar uit kan de wegbeheerder realistische ambitieniveaus benoemen binnen de eigen uitvoeringspraktijk en lokale context (maatschappelijk, organisatorisch en bestuurlijk).
Voor de uitvoering van het SPV is het noodzakelijk de volgende activiteiten te verrichten:
Uitwerken concrete maatregelprogramma’s
Voortbordurend op de uitvoeringsagenda en met inachtneming van de maatregelpakketten dient een (meer)jaarlijks maatregelprogramma te worden opgesteld. Het maatregelprogramma wordt mede beïnvloed door beschikbare budgetten, externe stakeholders en onderhoudsregimes.
Het maatregelprogramma dient aantoonbaar te maken hoe en in welke mate invulling wordt gegeven aan de doelstellingen uit de uitvoeringsagenda. De mogelijkheden voor samenwerking met diverse partners binnen de verschillende aspecten van de 3 E’s dienen zo concreet mogelijk te worden benoemd. Dat geldt ook voor het werken aan thema’s op lokaal gemeentelijk, regionaal en provinciaal niveau.
Om het maatregelprogramma vorm te geven kan gebruik worden gemaakt van de stappen in de factsheet ‘Stappenplan-uitvoeringsprogramma’ van het kennisnetwerk SPV.
Inbedding in andere beleidsplannen (koppelkansen)
De gemeentelijke risicoanalyse kent veel raakvlakken met andere (gemeentelijke) beleidsplannen zoals het GVVP en de Omgevingsvisie. Het is belangrijk om de hoofdlijnen uit deze risicoanalyse (o.a. de risicothema’s) in te bedden in dit beleid. Zo krijgt verkeersveiligheid een betere plek in de grotere mobiliteits- en ruimtelijke context binnen een gemeente en kunnen koppelkansen beter worden gesignaleerd en benut.
Opzetten monitoring
Belangrijk onderdeel van het SPV is het monitoren van de resultaten. Doordat de doelstellingen in de uitvoeringsagenda zijn geformuleerd passend bij de verkeersveiligheidsmonitor biedt dit instrument al een handvat om op een hoog abstractieniveau de inspanning jaarlijks te monitoren. Het instrument biedt echter onvoldoende detaillering om alle inspanning te monitoren. Per activiteit uit het maatregelprogramma dient afzonderlijk te worden bepaald hoe de resultaten worden gemonitord.
Update risicoanalyse
Periodiek (bijv. 1x in de 4 jaar) dient er een update te worden gedaan van de risicoanalyse. Dit is noodzakelijk om te bepalen of de nu gesignaleerde risico’s nog aan de orde zijn en de investeringen in verkeersveiligheid nog worden ingezet daar waar ze het meest effectieve resultaat leveren.